De Grote Markt van Brussel
De Grote Markt van Brussel, parel van architectuur en zeer belangrijk invloedscentrum, staat sinds december 1998 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
De UNESCO heeft geoordeeld dat deze site een uitzonderlijke universele waarde heeft op basis van de volgende criteria:
- De Grote Markt is een uitstekend voorbeeld van de geslaagde vermenging van architecturale en artistieke stijlen kenmerkend voor de cultuur en de samenleving in deze streek. Criterium (ii);
- Door de aard en kwaliteit van de architectuur van opmerkelijke waarde is de Grote Markt een zeer goede illustratie van de evolutie en het succes van deze handelsstad in het Noorden van Europa op het hoogtepunt van haar bloei. Criterium (iv).
Elke stadskern vervult in de westerse geschiedenis een specifieke rol: in vele gevallen vormt hij het kloppend hart van de handels- en de bestuurlijke activiteit. Dankzij haar architectuur en als gevolg van historische gebeurtenissen is de Grote Markt van Brussel echter zonder meer uniek. Grootse bouwwerken van de openbare en de private architectuur getuigen er van de Europese culturele geschiedenis: de 15de – Bourgondische – eeuw met de flamboyante gotiek, het begin van de 18de eeuw met de klassieke en barokke vormen, en ten slotte de 19de eeuw met de ontwikkeling van het historisme. Elke periode heeft er het beste van zichzelf gegeven, waardoor het geheel een magnifiek karakter krijgt. Het indrukwekkende Stadhuis met belfort is gotisch en het Broodhuis werd in 1875 in neogotische stijl heropgebouwd. Verder dateren de meeste gebouwen rond het rechthoekige plein uit het einde van de 17de eeuw. Zij illustreren op schitterende wijze de triomf van deze Noord-Europese handelsstad, die in 1695, op het hoogtepunt van haar bloei, door de troepen van Lodewijk XIV zwaar wordt gebombardeerd, maar zich daarvan wonderwel weet te herstellen. De stadskern werd immers in drie dagen vernield, waarna onder het toeziend oog van de stadsmagistraat – met de hulp van een voor de architectuurgeschiedenis baanbrekend regelgevend voorschrift: de ordonnantie van 24 april 1697 – een campagne voor de heropbouw van de Grote Markt op poten werd gezet. Deze was ronduit spectaculair qua snelheid, ornamentele rijkdom en architecturale coherentie.
De Grote Markt van Brussel wordt erkend als een van de mooiste pleinen ter wereld. Het is een uitzonderlijk en zeer geslaagd toonbeeld van de eclectische samenvoeging van architecturale en artistieke stijlen uit de westerse cultuur.
De Brusselse Grote Markt wordt voor het eerst vermeld in de 12de eeuw en wordt aanvankelijk aangeduid met ‘Nedermerckt’. Zij ligt op de rechteroever van de Zenne, ten oosten van de voorpost van het castrum dat door Karel van Frankrijk, hertog van Neder-Lotharingen is opgericht. In de 12de en de 14de eeuw staan rond de markt enkele ‘steenen’ verblijven, houten hallen en huizen, kriskras dooreen. Doorheen de jaren wordt het plein ordelijker. Tussen 1401 en 1449 wordt het Stadhuis met belfort gebouwd, in 1405 de nieuwe broodhal er vlak tegenover. Vanaf het midden van de 15de eeuw worden de huizen op de markt systematisch ingenomen door de beroepen en de gilden die deelnemen aan het stadsbestuur en die graag tot de verfraaiing van de Grote Markt bijdragen. Geleidelijk aan komt de ene stenen, barokke gevel naast de andere op de plaats van de huizen met houten topgevel van de middeleeuwse kavels.
Op 14 augustus 1695 krijgt het lot van de Markt brutaal een nieuwe wending. Op bevel van de Franse koning Lodewijk XIV voert maarschalk de Villeroy een bombardement uit op de stad Brussel ter vergelding van de vernielingen van Franse steden en kusthavens door Nederlandse en Engelse oorlogsschepen. 3 000 bommen en 1 200 brandgranaten maken het centrum van dit stadsgedeelte met de grond gelijk. Op de avond van 15 augustus 1695 blijven op de Grote Markt nog slechts het Stadhuis, het Broodhuis en enkele stukken muur overeind. Na het bombardement wordt gestart met de heropbouw van Brussel. Dankzij maatregelen van de regering en de stadsmagistraat en met de steun van andere bereidwillige steden en provincies kunnen de sporen van deze ramp in vier jaar worden gewist en kan Brussel mooier en harmonieuzer dan ooit herrijzen. Op aansporing van de machtige gilden worden het plein en de naaste omgeving ervan op voortreffelijke wijze heropgebouwd. De barokke stijl dringt zich op. Als gevolg van de ordonnantie van 1697 van de stadsmagistraat, waarbij de plannen van iedere nieuwe constructie vooraf dienen te worden goedgekeurd, vertonen de bouwwerken een opmerkelijke architecturale eenheid.
Op basis van de opstelling en van de gevelversiering onderscheiden we drie groepen huizen. Het meest voorkomende type is het soberste en onderscheidt zich door de smalle penanten en platte banddecoratie die naar de traditionele architectuur verwijst. Een ander type met boven elkaar opgestelde rijen pilasters of zuilen is veeleer italianiserend. Ten slotte is er het kolossaal ogende type dat affiniteit heeft met het classicisme, met attieken, frontons en balustrades. Welke ook de stijl is waardoor ze werden geïnspireerd, al deze gevels worden gekenmerkt door de streekeigen uitvoering van de decoratie en de geveltoppen. Het opvallende verguldsel poogt de oorspronkelijke, wellicht schitterende aanblik op te roepen.
Het Stadhuis ontsnapt gedeeltelijk aan het bombardement en vormt het pronkstuk van de Grote Markt. De toren is klaar in 1455 en wordt bekroond met een beeld van Sint-Michiel. De opbouw en de restauratie van het gotische bouwwerk gebeurt in fases. De huidige ornamentele rijkdom is voor een groot stuk te danken aan de restauraties van de 19de eeuw. Het Broodhuis, tegenover het Stadhuis, bevindt zich op de plaats van de vroegere broodhal. Aanvankelijk huisvest dit gebouw financiële gerechtshoven en diensten. Na het bombardement wordt het gerestaureerd en herhaaldelijk verbouwd. In 1873 wordt het afgebroken. De heropbouw in neogotische stijl start in 1875 onder leiding van architect P-V Jamar. Deze volgt de principes van stijleenheid van Violet-le-Duc. Sinds enkele decennia is het Stadsmuseum in het gebouw ondergebracht.