Een nieuwe look voor het stadhuis van onze hoofdstad
De Stad Brussel beëindigt binnenkort de restauratie van de hoektorens van het stadhuis. De werken waren gebaseerd op de indeling van de klokkentoren, die tijdens een vorige restauratiefase is herbouwd. Het project omvatte de restauratie van alle torentjes van de burgemeesterskoepel, de klok en de lift. Ze bestaan voornamelijk uit Gobertange en moesten worden vervangen door Massangis.
Ook alle relingen, wandbekledingen, vullingen en vloerplaten van de derde en tweede gaanderij van de klokkentoren werden vervangen door Massangis.
Omdat de Gobertange alleen nog geproduceerd in een dikte van 12 cm, wordt de steen enkel nog gebruikt voor het enten en voor kleine stukjes. Daarom werd geopteerd voor de vervangende Massangis-steen, die weliswaar een andere oppervlaktestructuur heeft, maar toch een kleur heeft die dicht bij die van de Gobertange-steen ligt.
De waterspuwers in de galerijen van de toren, ook in Gobertange, vertoonden tekenen van sterke erosie: ze konden vallen en vormden zo een risico.. Ook zij werden vervangen door replica's in Euville-steen; een ingreep die al op het einde van de 19e eeuw werd toegepast op de burgemeesterskoepel.
Talrijke andere initiatieven werden in het programma opgenomen: het pinakel van de lifttoren (Guldenhoofdstraat) werd gedemonteerd en in zes stappen opnieuw gemonteerd om toegang te krijgen tot de te behandelen metalen elementen; een bloemenmotief werd gerestaureerd in Gobertange.
Daarnaast werden een grondige reiniging (stoom/warm water onder lage druk) van alle hoektorens uitgevoerd, evenals punctuele reparaties of verbouwingen met behulp van mineraalmortels of enten.
Het werk omvatte ook de restauratie en de hervergulding van de windwijzers met bladvergulding door de Van der Loeff-werkplaats, in overeenstemming met de wijze waarop ze door Jamaer werden gerestaureerd.
Ook op technisch vlak omvat dit project enkele zeer interessante aspecten, zoals de combinatie van het seriematig slijpen van de stenen op digitale wijze en met de hand, het traditionele leggen van de stenen met loden verbindingen of de selectieve reconstructie van bepaalde waterspuwers waarvan het profiel te veel was beschadigd, op basis van de overblijfselen en bestaande modellen op het stadhuis.
Tijdens dit restauratieproces werd bijzondere aandacht besteed aan het juiste evenwicht tussen het behoud van het historische materiaal en een wat meer interventionistische houding, die nodig was door de moeilijke toegang tot de site, de duur van de restauratiewerken en de omvang van het gebouw.